Zorginnovatie over de grens: de digitale zorg in Estland
Vergrijzing, krapte op de arbeidsmarkt of de snelle opkomst van nieuwe technieken, in Nederland zijn er allerlei ontwikkelingen gaande die als katalysator werken voor zorginnovatie. Maar deze ontwikkelingen zijn natuurlijk niet uniek voor Nederland, dus hoe gaat dat over de grens? Onlangs kreeg ik de kans om samen met 30 zorginnovators uit Nederland te kijken hoe het in Estland in zijn werk gaat, het land dat geroemd wordt voor haar digitale overheid en digitaal patiëntendossier.
Het eerste wat opvalt, is dat Estland nog een jong land is. Pas in 1991 kwam het los van de Sovjet-Unie en werd het zelfstandig. Estland moest toen vanaf nul beginnen met het opzetten van alle overheidsdiensten. Met de opkomst van het internet in de jaren ’90 was het een logisch gevolg om dit direct zo digitaal mogelijk te doen en ook iedereen in het dunbevolkte land te kunnen bereiken. Zo konden ze in sneltreinvaart een digitaal platform opzetten voor allerlei overheidszaken, zonder last te hebben bestaande werkwijzen en heilige huisjes.
Alles online
Waar je in Nederland gebruik maakt van je DigID log je in Estland in met je ID-kaart. Vervolgens kun je vrijwel alles online doen. Belastingaangifte, je auto verkopen en op een andere naam zetten, het is allemaal mogelijk via dezelfde toegangspoort.
Overigens ook voor mensen buiten Estland, door simpelweg e-burger te worden. Handig als je als Nederlander een bedrijf in Estland wil starten. Alleen zaken als trouwen en een huis kopen gaan bewust niet online.
De mogelijkheden van zorg online
Het opzetten van een dergelijke toegangspoort biedt ook voor de zorg allerlei mogelijkheden. Zo kun je via hetzelfde portaal je eigen medische gegevens beheren. Bijvoorbeeld door het opvragen van foto’s uit een medische databank, aangeven of je wel of niet donor wilt zijn en door zelf te beslissen of de huisarts mag meekijken in je medisch dossier. Ook kun je zien wie jouw gegevens allemaal heeft ingekeken. Op die manier houd je zelf controle over je eigen gegevens.
Een stapje verder
Behalve het aanbieden en beheren van allerlei diensten gaat Estland echter ook nog een stuk verder op het gebied van gezondheidszorg. Op het moment is Estland op zoek naar 100.000 mensen (bijna 10% van de bevolking!) die een beetje bloed ter beschikking willen stellen. Dit bloed wordt onderzocht waardoor mensen voortijdig een signaal krijgen wanneer zij een verhoogd risico hebben op bepaalde aandoeningen.
De hoop is dat mensen hierdoor voortijdig maatregelen kunnen nemen, maar tegelijkertijd zeggen critici weer dat het vooral mensen onnodig ongerust zal maken. Zeker is wel dat een dergelijk overheidsproject in Nederland nagenoeg ondenkbaar is en op zijn minst een hoop weerstand zou oproepen.
Langdurige zorg
Het is bijzonder om te zien hoe een land in een korte periode online zoveel heeft kunnen realiseren en op sommige vlakken zelfs nog veel verder gaat dan Nederland. Maar de zaken die ik hierboven omschrijf gaan vooral over voorzieningen om de zorg heen. Dus hoe gaat het met de daadwerkelijke zorg zelf? En daarbij de langdurige zorg in het bijzonder?
Weinig innovatie in verpleeghuizen
In verpleeghuizen in Estland is op het gebied van innovatie helaas nog weinig te ontdekken. Wel zijn er in Estland veel startups te vinden die producten en diensten ontwikkelen voor de (langdurige) zorg, maar deze hebben nog niet op grote schaal hun weg weten te vinden in de verpleeghuiszorg.
Andere startups, bijvoorbeeld het met een app in contact brengen van mensen met een hulpvraag, met mensen die willen helpen, vertonen veel raakvlak met soortgelijke initiatieven in Nederland. In dat opzicht hebben wij nog iets kunnen brengen naar Estland door te vertellen over onze ervaringen en de mogelijkheden met deze oplossingen.
Ook wat betreft de kwaliteit van verpleeghuiszorg scoort Nederlands vooralsnog een stuk hoger op de Europese ranglijstjes. Wat dat betreft is het fijn om te constateren dat we het in Nederland en dus ook bij ZorgSpectrum zo slecht nog niet doen, en dat Estland op dat gebied weer veel van ons kan leren.
Blogger: Jochem Ooijevaar, Adviseur Innovatie